Anna Carolina van den Berg werd in 1873 in Amsterdam geboren. Ans van den Berg was een Nederlands kunstschilder en behoorde tot de Amsterdamse Joffers. De Amsterdamse Joffer waren een groep vrouwelijke kunstenaars die aan het eind van de 19e eeuw studeerden aan de Rijksacademie van beeldende kunsten in Amsterdam studeerden. Op de academie raakten ze bevriend en zouden daarna regelmatig met elkaar exposeerden. Naast Ans van den Berg worden de vrouwelijke kunstenaars Coba Ritsema, Lizzy Ansing, Marie van Regteren Altena, Jacoba Surie, Nelly Bodenheim, Betsy Westendorop-Osieck en Jo Bauer Stumpff tot de Amsterdamse Joffers gerekend. De geuzennaam 'Amsterdamse Joffers hadden deze kunstenaressen niet zelf bedacht. Het was de kunstcriticus Albert Plasschaert die deze groep bij een bespreking van een tentoonstelling in 1912 voor het eerst 'Amsterdamse Joffers' noemde De Amsterdamse Joffers waren tijdgenoten van Amsterdamse impressionisten als Isaac Israels, G.H. Breitner en Willem Witsen. Ze schilderden in een vlot impressionistische stijl maar anders dan hun mannelijke collega's bedienden ze zich vooral van onderwerpen die ze in en om hun atelier vonden. Stillevens, portretten en interieurs. Ook Ans van den Berg schilderde in een vlotte impressionistische stijl. Ze specialiseerde zich met name in het schilderen van Bloemstillevens. Als enige van de Amsterdamse Joffers had zij niet de Rijksacademie bezocht, maar na privé schilderlessen bij de kunstenaressen Wilhelmina Keuchenius en Jo Bauer een belangrijk deel van haar leertijd in Parijs doorgebracht. Naast de bloemstillevens waarmee ze vooral bekend werd schilderde ze portretten, figuren en Larense interieurs. Met Jacoba Surie zou ze 36 jaar een atelier op de Keizersgracht delen.