logo
menu icon

Jaap Egmond

1913 - 1997

Jaap Egmond werd in 1913 geboren in New York maar groeide op in Amsterdam. Hier volgt hij na de middelbare school een opleiding voor tekenleraar. Naast een grote belangstelling voor de beeldende kunst was Jaap Egmond zijn leven lang een groot muziekliefhebber en een begenadigd pianist. Na de 2e wereldoorlog gaat Jaap Egmond als tekenleraar werken aan het Vossiusgymnasium en later aan de kweekschool voor onderwijzers. Als schrijver en publicist over kunstdidactiek levert Egmond in de na-oorlogse periode een belangrijke bijdrage aan de kunstbeschouwing en het tekenonderwijs in Nederland. Via het Stedelijk Museum dat in die tijd geleid wordt door directeur Willem Sandberg raakt Egmond na de 2e wereldoorlog geïnteresseerd in het modernisme, de Stijl, Bauhaus, Malevitsj, Mondriaan, Naum Gabo en Le Corbusier. De geometrisch abstracte constructivistische minimalistische reliëfs die Jaap Egmond vanaf dat moment ontwikkeld worden vaak vergeleken met het werk van Zero en Nul-groep kunstenaars als Jan Schoonhoven en Henk Peeters. De Nul-groep die in 1960 ontstaat mag gezien worden als een reactie op het abstract expressionisme van de 50er jaren. De Nul-groep kunstenaars wilden breken met de schilderkunstige traditie. Traditionele kunstenaars materialen werden vervangen door alledaagse en industriële materialen. Om het industriële te benadrukken werd er vaak gekozen voor repeterende en monochrome vormen zonder verfhuid of peinture. Ook werden er veel werken in serie gemaakt (multiples). De visuele verwantschap tussen het werk van Jaap Egmond met de Nul-beweging is groot maar komt bij Jaap Egmond voort uit een andere fascinatie. Egmond is gefascineerd het lichtspel en de ritmes die door wisselende lichtval ontstaan bij de rangschikking van gelijke vormen die in wisselende hoeken en richtingen naast elkaar gezet worden. Zijn benadering is mathematischer en preciezer. In talloze schetsboeken ontwerpt hij zijn reliëfs eerst in het platte vlak. Met richtingspijlen en hellingshoeken noteert hij de ritmes van de kantelende vlakken. Met karton en krantenpapier worden de reliëfs dan opgebouwd en wit geverfd. Minimalistisch in zijn materiaal en kleurgebruik kan zijn werk door het belang van licht en lichtval ook onder de optical art geschaard worden. In zijn latere oeuvre maakt Jaap Egmond ook beelden met staalplaat. In de schilderijen die in zijn laatste periode ontstaan laat hij het monochrome los en maakt hij veelkleurige geometrisch abstracte olieverfschilderijen.