
Woonde en werkte in Amsterdam en verbleef tussen 1909-1914 in Parijs en Berlijn. Ontwikkelde in Parijs een vorm van abstracte schilderkunst die hij ‘absolute’ schilderkunst noemde. Deze ‘absolute’ schilderijen van hemzelf en Van Deene, Rädecker en nog enkele richtingsgenoten, baarden groot opzien in 1913 toen ze getoond werden op de najaarstentoonstelling van ‘De Onafhankelijken’ in Amsterdam. Kleuren en lijnen hebben betekenis en drukken de gedachten en het gevoelsleven van de kunstenaar uit. In 1916 en 1917 exposeerde hij zijn fantasiekoppen en geheel abstracte lijntekeningen. Schrijft een boek over moderne schilderkunst dat pas na zijn dood gepubliceerd wordt. Behalve tekeningen en schilderijen zijn er grafiek enkele beeldjes van Jacob Bendien bekend.