Jan Mankes werd in 1889 geboren in Meppel. Vanaf zijn vroege jeugd is tekenen zijn grootste hobby. Mankes heeft een grote belangstelling voor de natuur, met name voor vogels. In 1904 verhuist het gezin naar Delft waar Jan aan de slag gaat als leerling in een glasschilderfabriek. Verschillende collega’s geven hem les en hij volgt een cursus aan de Academie voor beeldende kunst in Den Haag. Hij bezoekt graag de Haagse Musea en durft na enige tijd op instigatie van Antoon Derkzen van Angeren de stap te maken om van het schilderen zijn beroep te maken. Vanaf het begin weet hij zijn schilderijen succesvol te verkopen. Na zijn pensionering in 1909 keert de vader van Jan Mankes terug naar zijn geboortestreek. Het gezin vestigde zich in De Knijpe bij Heerenveen. De landelijke omgeving is een bron van inspiratie voor Jan Mankes en hier zou hij ook zijn mooiste werken vervaardigen. Hij Schildert er op verstilde en aandachtige wijze zijn dagdagelijkse omgeving, zelfportretten, de dieren, de mensen en het landschap. Vanaf 1912 maakt Jan Mankes ook prentjes, eerst etsen en later ook houtsneden. In 1915 trouwt hij met Annie Zernike de eerste vrouwelijke predikant van Nederland en het echtpaar vestigde zich in Den Haag. Korte tijd later wordt bij Jan Mankes Tuberculose geconstateerd. In de hoop dat de boslucht van de Veluwe verlichting zal brengen vestigt het jonge stel zich in 1916 in Eerbeek. In 1918 wordt hun enige zoon Beint Mankes geboren. Jan Mankes blijft kwakkelen met zijn gezondheid en in een poging een betere omgeving voor zijn ziekte te vinden trekt Jan Mankes voor enige maanden naar Nunspeet. De slopende ziekte is echter niet te onderdrukken en korte tijd na zijn terugkomst in Eerbeek sterft hij daar, slechts 30 jaren oud. Tijdens zijn leven vervaardigde hij minder dan 200 schilderijen. Zijn mooiste werken ontstonden in De Knijpe.