
Jan Roede kwam in 1914 in Groningen maar leefde en werkte eigenlijk zijn hele leven in Den Haag. Na korte tijd als reclametekenaar werkzaam geweest te zijn besloot hij op 27 jarige leeftijd zijn leven geheel aan de schilderkunst te wijden. Hij ontwikkelde een vrolijke wat naïeve stijl waarin hij zich vooral aan kunstenaars als Paul Klee, Miro en Picasso schatplichtig toont. In de naoorlogse periode had hij kontakten met de kunstenaars van Vrij Beelden en Creatie. In 1946 nam hij deel aan de tentoonstelling ’12 schilders’ in Amsterdam. In 1946-1948 verbleef hij afwisselend in Zweden en Parijs waar hij succesvol tentoonstelde. Daar de Fransen moeite hadden met de uitspraak van zijn naam veranderde hij deze van Roede in Roëde. In Frankrijk kwam hij ook in aanraking met het surrealisme en de groep "Jeunes Peintres de Tradition Française", schilders die voortbouwden op het werk van o.a. Bonard en Matisse Aan Roede en zijn werk werden verschillende museale tentoonstellingen gewijd ( Haags Gemeentemuseum 1988 en Cobra museum 1996 en 1999. Jan Roëde overleed in 2007 te Den Haag.