
Jan Theodoor Toorop werd in 1858 geboren in Purworedjo ( Java) als kind van een Javaanse vader en een Britse moeder. In 1869 wordt Toorop naar Nederland gestuurd om voor zijn opleiding. Toorop heeft grote belangstelling voor kunst en neemt lessen bij de kunstenaar H.J. van der Weele. Hij schrijft zich in voor een technische studie in Delft maar haakt na korte tijd af. Toorop besluit naar de Rijksacademie voor Beeldende Kunst en Amsterdam te gaan. Hier raakt hij bevriend met Jan Veth en Antoon Derkinderen. Samen met Derkinderen besluit hij in 1882 om naar Brussel te gaan om zijn opleiding af te maken. In 1884 sluit hij zich aan bij het Brusselse kunstenaarsgenootschap les XX ( les Vingt ) waar hij in contact komt met de internationale avant-garde. Toorop trouwt met de Engelse Annie Hall. Onder invloed van Seurat is hij Toorop de eerste Nederlandse kunstenaar die pointillistisch gaat werken. Begin jaren 90 ontwikkeld Toorop zijn geheel eigen, door Javaanse kunst beïnvloedde, versie van het symbolisme waarmee hij internationaal furore maakt. Vanaf 1897 verblijft Toorop s’zomers in Domburg, hij gaat opnieuw pointillistisch schilderen en rondom zijn persoon een kunstenaarskolonie ontstaat. In 1905 bekeert Toorop zich onder druk van Annie Hall tot het katholicisme om een dreigende scheiding te voorkomen. Vanaf dat moment maakt Toorop voornamelijk religieus werk en wordt de katholieke kerk een van zijn belangrijkste opdrachtgevers. Deze periode wordt ook wel zijn Nijmeegse periode genoemd. Toorop overlijd in 1928.