
Johannes (Jan) Larij kreeg het schildersvak met de paplepel in gegoten. Les kreeg hij van zijn vader Cor Larij en zijn oom Roland Larij beiden kunstschilders. Hij kwam 1897 naar Nederlands Indië / Sumatra om daar als correspondent en inspecteur van een olieconcern te gaan werken. Vanaf 1906 hield hij zich echter alleen nog met de schilderkunst bezig, hij woonde en werkte achtereenvolgens op Java, Borneo, Celebes en Irian Yaya. In 1913 keeerde hij terug naar Nederland. Hij vestigde zich in Haarlem alwaar hij met name als tekenaar en illustrator werkzaam was.