Na zijn opleiding aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag ( 1943-1948 ) experimenteerde Kees van Bohemen, zoals veel avant-garde kunstenaars van zijn generatie na de 2e wereldoorlog, met het abstract expressionisme. Van 1952 tot 1962 verbleef hij voornamelijk in Parijs en Den Haag. Tot 1957 deelde hij een atelier met Corneille. In 1958 richte Kees van Bohemen samen met Armando, Henk Peeters, Jan Schoonhoven, Jan Henderikse ‘De Informelen op’. Later hebben Armando, Henk Peeters, Jan Henderikse en Jan Schoonhoven zich van Informeel veranderd tot de ‘Nulbeweging’. Kees van Bohemen ging al snel zijn eigen weg. Kleur werd in zijn werk belangrijker: hij verwierf vooral bekendheid met zijn doeken waarop figuratieve en abstracte elementen samengingen.In de jaren zestig en zeventig baarde van Bohemen opzien met zijn "sportschilderijen", met onderwerpen als boksen, paardenrennen, wielrennen en de autosport. Deze schilderijen hebben veelal een groot formaat en worden gekenmerkt door een een grote dynamiek en hun virtuoze verfbehandeling.