Samuel Jesserun de Mesquita werd in 1868 geboren in een cultureel geïnteresseerd Portugees-Joods Amsterdams gezin. Zijn vader was leraar klassieke talen en zijn broer zou later een vooraanstaand fotograaf worden. Omdat hij niet toegelaten werd tot de Rijksacademie werd hij leerling bij een architectenbureau. Hier leerde hij met name het tekenen van ornamenten. Hij volgde daarna lessen aan de Rijksnormaalschool voor tekenonderwijs en de Rijksschool voor Kunstnijverheid in Amsterdam. Hoewel hij ook wel schilderde ontwikkelde hij een voorkeur voor de prent- en tekenkunst. Ook legde hij zich toe op het batikken en hetbedrukken van stoffen door middel van houtblokken. Tussen 1902 en 1926 was hij als docent verbonden aan de Kunstnijverheidsschool in Haarlem. Daar had hij van 1919 tot 1922 de Jonge Maurits C. Escher als leerling. Tussen Escher en de Mesquita ontwikkelde zich een levenslange vriendschap. De invloed van Samuel Jessurun de Mesquita op Escher mag niet onderschat worden. In 1917 trad Jessurun de Mesquita toe tot het bestuur van de vereniging tot Bevordering van de Grafische kunsten. In 1925 werd een nummer van Wendingen geheel aan de Mesquita’s sensivistische werk gewijd. Ook aan latere nummers droeg hij bij. In 1933 werd hij lector aan de Academievoor Beeldende Kunsten. De Mesquita werd 1944 door de Duitsers gedeporteerd en in Auschwitz vermoord.