logo
menu icon

Thea Figee

Soest 1952

 
 
Thea Figee (Soest, 1952) onderzoekt sinds haar afstuderen aan de kunstacademie in Utrecht (1984) de grenzen van de grafische kunst. Gebruik makend van schablonen, reliëfs, textiel, draden, aluminium, benaderen haar prenten de schilderkunst. Ze bouwt haar prenten laag over laag op. Soms gebruikt ze tot wel dertig drukgangen. Elke prent is een unicum, verhalend van kleur, sfeer, structuur, gelaagdheid, transparantie, huid en een gevecht met de materie, etsinkten en de drukpers. Sinds 1999 werkt ze ook in glas. In haar glasunica is heel duidelijk te zien dat Figee haar inspiratiebron in de natuur vindt. De diepte, het stromen en de vele blauwen van de oceaan, de warme kleuren van alles wat zich daarin beweegt en de donkere wolken erboven zijn een steeds terugkerend thema. Haar glasunica bevinden zich in vele particuliere collecties van glaskunstverzamelaars. In 2005 kreeg ze een solotentoonstelling in het Nationaal Glasmuseum van Leerdam, waarbij haar monografie ‘schilderen met glas’ verscheen.

Over haar werken vertelt Thea Figee:
'De meeste objecten zijn geblazen in de glasblazerij van Leerdam in samenwerking met de Noorse meesterglasblazer Geir Nustad en assistente Josja Schepman en voor de afwerking met polijstman Jeroen Kuipers. Ik werk uitsluitend met Nustad omdat hij begrijpt wat ik met glas wil. Het zijn zonder uitzondering allemaal zeer bewerkelijke objecten. Ik gebruik glasstaven en glaspoeders. Ik maak gebruik van oude Leerdamse glastechnieken als de scherventechniek (het samensmelten van stukjes gekleurd glas aan de glaspost op de pijp). Een voorbeeld daarvan is Blue en Blowing in the Wind. In nieuwste werken als The Painters Palette trek ik de kleuren met gereedschap over de andere kleuren heen om zo dicht mogelijk bij mijn schilderen te komen. Dat moet snel gebeuren want glas moet steeds opgewarmd worden om het te kunnen vormen en het is snel afgekoeld. Ik maak ook gebruik van craquele-technieken. Snowwhite is zo gevormd. Het 1250 graden hete glas gaat op een bepaald moment ondergedompeld worden in koud water waardoor een craquele ontstaat. Ook de grote schalen hebben deze bewerking ondergaan en deze zijn bovendien in een hot cuptechniek gemaakt waarbij twee glasobjecten in elkaar geschoven worden en uitgeblazen. Waar de meeste glaskunstenaars met glasstaven werken ben ik een kunstenaar die vooral met glaspoeders werkt. Ik kan daarmee schilderachtiger werken (zie Warm Yellow and Red). Soms kies ik voor knippen in de kleurlagen om onderliggende tonen mee te laten spelen zie voorbeeld ‘Lemna Minuta’. Uiteindelijk gaat het mij ook om de wisselwerking tussen glas, schilderijen en prenten. Om daarvan een indruk te geven doe ik er ook nog wat afbeeldingen bij van prenten en schilderijtjes. De grootste inspiratie vind ik in mijn liefde, zorg en bewondering voor de natuur. Daarbij hou ik van het experiment met materialen. Het werken puur geisoleerd in het atelier en het werken met een team in de glasblazerij. De technieken van het glasblazen en wat er wel en niet mogelijk is. En datzelfde experimenteren ook met mijn prenten en schilderen in het atelier.'