Willem Bastiaan Tholen was een leerling van de Rijksacademie in Amsterdam, waar onder anderen August Allebé (1838-1927) zijn leermeester was. Als jonge kunstenaar leerde hij veel schilders van de Haagse school kennen. Met name de schilder Paul Gabriël, van wie hij tussen 1879 en 1881 les kreeg in Brussel, en met wie hij later regelmatig samen werkte had grote invloed op hem. Tholen liet zich graag inspireren door het leven op en langs het water zo werkte hij veel in Giethoorn, de Zuiderzee en de Zuid-Hollandse plassen, die hij met zijn boot de 'Eudia' bevoer. Tholen schilderde landschappen, stads- en dorpsgezichten en vooral veel watergezichten met boten. Met zijn gevoelige toets en kleurpalet was Tholen was met name een meester in het weergeven van atmosfeer. Met zijn heldere kleurgebruik en onderscheidde hij zich van zijn voorgangers van de Haagse School. Zelf werd Tholen niet meer tot de Haagse School gerekend, soms tot de tweede generatie daarvan. Naast landschapschilder was Tholen een knap portrettist. Ook was hij een van de oprichters van de Nederlandse Etsclub. Na 1886 gingen publiek en kunstcritici hem langzaam waarderen. De Britse kunsthandelaar Peacock kocht een groot deel van zijn werk meteen op vanuit het atelier, waardoor veel schilderijen direct naar Engeland verdwenen.